Ik ween om bloemen in de knop
gebroken, ween om jonge sla,
(nog nattig in de groentela)
en ook om pinda’s in de dop.
Ik ween om een patiëntenstop,
een duif met pijn aan zijn cloa-
ca, om een sanseveria
die slap hangt i.p.v rechtop.
Ik ween om elke dode clown,
en om Polanski’s Chinatown.
Ik ween om liedjes in mineur,
om elke huilerige kleur.
Ik ween om mijn budgetlimiet.
Om Willem Kloos, nee, ween ik niet.
Bas Jongenelen
Toelichting: geschreven bij verschijning van deze biografie van Kloos. Voor de website van Bas Jongenelen, zie hier. In juni 2017 kwam het prachtboek 67 sonnetten van Bas Jongenelen uit.
Op 14 april jl. trad HekelVers op bij Woordnacht in Rotterdam, in de Pauluskerk. Alles en iedereen werd gehekeld, inclusief het publiek en dichters zelf. Check hier de korte video-impressie. Daniël Dee was er deze keer niet bij. Deejay Eclectic bevindt zich rechts buiten beeld.
(Toelichting: in de clip komt een gedicht van Daniël Dee voorbij met een citaat van een doorsnee Nederlander die vertelt over een vrijgezellenfeest. In het gedicht wordt feitelijk die manier van praten gehekeld.)
Eerder was HekelVers o.a. te bezien op Lowlands. Dat zag er zo uit:
HekelVers op uw festival? Van de Comedy Central Roasts tot de voortslepende fittie tussen Jan Böhmermann en Recep Erdogan; hekelen is helemaal 2018. In ‘HekelVers’ hoor je de scherpste spotdichten, schimpdichten en hekelverzen van nu en wat eraan voorafging. In samenspel met de hekelsamples van Deejay Eclectic lezen Daniël Dee, Benne van der Velde en Alexis de Roode de kwaadaardigste krenten uit de pap. Naar goede traditie krijgt ook het publiek het zwaar te verduren.
HekelVers is een enerverende en scherpe act die literaire festivals verlevendigt en werd met veel succes opgevoerd op o.a. Lowlands en Woordnacht.
Boekingen Voor boekingen en nadere afstemming: stuur een mail naar info [at] alexisderoode punt nl.
Over de artiesten Alexis de Roode, Daniël Dee en Benne van der Velde zijn gepubliceerde dichters en stelden in 2016 de hekeldichtenbloemlezing “Ik proef iets wat bedorven is” samen. Zie ook: www.alexisderoode.nl, www.danieldee.nl en www.bennevandervelde.nl.
Deejay Eclectic is Mazal van Arend, deejay, muzikaal ondernemer en thans Nederlands enige expert in hekelsamples. Zie ook: www.mazalvanarend.nl.
Er kan een wisselende selectie van getalenteerde jonge slammers, dichters en spoken word artiesten worden ingezet; in het verleden waren dit onder meer Carmien Michelsen Dean Bowen.
Het Zwin bij Sluis is werkelijk een schitterende plek
Het brede strand bij Groede kan me altijd weer bekoren
Op Tholen tref ik menigmaal een fabuleuze stek
In Boerenhol en Hoek zul je van mij geen onmin horen
En op het Veerse meer sta ik vaak juichend op een dek
Of hang ik – zwaareuforisch – vol van vreugde in het want
Op al die plekken voel ik me fantastisch en te gek
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland
In Schapenbout zit ik soms uren vrolijk op een hek
Het zingen van de vogels daar is manna voor mijn oren
De polder bij Othene geeft me kriebels in mijn nek
In Hulst beklim ik jubelend de hoge klokketoren
Ik doe dat altijd in een korte broek en zomerjack:
Van elke hoek en straat weerschijnt het Zeeuwse zonnegloren
Ik ben er graag en zelden ben ik enkel een passant
En tijdens al mijn reizen tref ik nooit een Zeeuwse vrek
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland
De Westerschelde kabbelt en geen vrachtschip vaart er lek
De Deltawerken maken heel dit prachtgebied herboren
Het water is er kerig en de dammen zijn er strek
En aan de oevers kun je fijne streekproducten scoren
Ik noem hier specifiek het veelgeprezen Zeeuwse Spek
Dat eet ik graag in Zoutelande aan de waterkant
Ik eet er vele kilo’s maar krijg nooit een klepgebrek
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland
Prinsheerlijk is het leven en al ga ik ooit verloren
Of steken woeste Vikinghorden mijn chalet in brand
Of sterf ik op een stedentrip, het zal me echt niet storen
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland
Je ziet ze overal, de suffe schapen
in hun geijkte quasistoere look,
het onderlijf geperst in spijkerdoek.
De kuddegeest dwingt hen om na te apen.
De stof is zelden effen, helder blauw,
heeft shabby scheuren, gaten, kleurverschillen
op dijen, knieën, zelfs op gulp en billen.
Mijn god, denk ik steeds: waarom moet dat nou?
Waar is de onderscheidingsdrift gebleven?
We wilden toch nooit uniformiteit?
Die denimkonten missen waardigheid
en slonzigheid wordt zo tot norm verheven
maar daarom geeft de horde echt geen donder.
Wél gaat de goede smaak aan jeans ten onder!
Zij zijn zo graag de shit zoals die boef.
Ze slapen graag te kort want dat is stoer.
Een rok te kort dan is de kech een hoer.
En het niveau van wordplay is zo droef.
Zij willen zo graag aan zijn lippen hangen.
Hij jaagt habiba liefst de keuken in.
Hij gangsta maar zij thuis bij haar gezin.
Die gast hij kan niet eens een band vervangen.
Da’s lastig als de police op je jaagt.
Hij vind niet eens de krik voor zijn niveau.
En schrikt als men een vrouw haar mening vraagt.
En als het dan ontploft in zijn gezicht.
Speelt hij het hondje van het spijt me zo.
Karma, de bitch, zij brengt weer evenwicht.
Er was eens een boer met een práchtalias
Die schreef hij op deur, glas, of op zijn lamellen
en, jammer, helaas, ging hij nooit aan het gas:
Bas Boekelo—één van zijn morsigste vellen
(zijn vrouw) geven wij ‘t pseudoniem ‘Lieve Ellen’.
Zij leefden als oudjes, maar zíj was nog kras
met tieten langwerpig als twee frikadellen,
dat past nu precies bij een kerel als Bas.
Want hij is bolrond en draagt brillendik glas
om slimmer te ogen—toch kan hij niet tellen
(dat heeft ooit zijn juffrouw gemerkt in de klas
nadat zij verzocht had om “schapen” te spellen).
En op ’t Vrije Vers is hij één der rebellen
(een snijboon gedijt immers ‘t best in een kas)
die zout- en talentloos met taal kokkerellen:
dat past nu precies bij een kerel als Bas.
Gaat hij naar hoeren, dan draagt hij geen jas,
maar hult mismaakt lijf in pyjama’s (flanellen),
daarin is het oudje het meest in zijn sas
ja, en in zijn zeug. Nee, zijn varkens, niet Ellen:
want háár vagijn doet zijn geslacht niet meer zwellen.
Soms ligt hij wat uitgeteld, lelijk in ’t gras
dan heeft hij cloaca’s van kipjes doen kwellen
dat past nu precies bij een kerel als Bas.
Oh, misbaksel uit weerzinwekkende cellen,
gij boertje wiens domheid nog nimmer genas,
een ui blijft een ui—je kunt urenlang pellen…
maar dit past precies bij een kerel als Bas.
Normaal is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is normaal nog in dit land?
Een meninkje, ter grootte van een krant,
Een toerbus met wat autootjes ertegen.
Geef mij de Friese, stedelijke wegen,
D’ in dranghek vastgeklonken demonstrant,
Spandoeken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zwarte Pieten, in de lucht bewegen.
Alles is zwart voor wie veel zwart verwacht.
December houdt zijn wonderen verborgen
Tot het de Pieten toont in wild geraas.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een Friezerigen morgen,
Domweg gelukkig, tegen Sinterklaas.
zo’n dichter die met rijm en metrum strooit
die zinnen naar hun strenge wetten plooit
als legden zij de kern van dichten vast
zo’n dichter is het woord alleen tot last
aanvaarden zal ik niet zijn hard gemoed
dat houwend met het scherpste woordenzwaard
een ieder met een ongebonden aard
beknotten wil, bestraffen met de knoet
waar dogmatiek het vrije schrijven smart
daar wordt de dag tot nacht, als roet zo zwart
geen licht dat nog de dichterziel bekoort
de strengheid van zijn metrum doet mij braken
en nooit, nee nooit zal ik mijn plicht verzaken
te strijden voor het ongerijmde woord
met je elfensnoetje,
ik wil geen propaganda bedrijven
maar je maakt het me zo moeilijk,
o grote man in je strakke pak
ik heb je platgegoogled weet je dat
altijd tot in de puntjes verzorgd
je haren netjes in model
ik zie het wel, ik zie het wel
ik zag je foto in die legerbroek bij de rivier
de hengel mannelijk geheven,
bijna reikend tot de andere oever,
weet je nog bij de KGB,
hoe je de jongens liet kronkelen,
en nu overal die foto’s in je blote bast,
foto’s waarop je een groot hard pistool in je hand houdt,
foto’s waarop je je wijsvinger opsteekt,
het is een dikke vinger
en soms houd je hem dicht bij je mond,
o Vladimir, wij hoeven geen propaganda te bedrijven,
dat hebben wij niet nodig, jij en ik,
aan een gebaar heb ik genoeg,
als je scheef naar me kijkt uit je ooghoeken,
Vladimir Vladimirovitsj,
neusaapje van me,
dan hoef je verder niks te zeggen,
laten we stil zijn,
laten we stil zijn met z’n tweetjes,
laat die mensen buiten maar schreeuwen.